SCA Hoogezand maakt persoonlijke verzorgingsproducten, voornamelijk voor de Europese markt. Bekende merken zijn onder andere Tena Lady en Libero Up & Go. Het is onderdeel van de SCA Group, een oorspronkelijk Zweeds bedrijf met wereldwijd meer dan 50.000 werknemers.
Na al een significante voorraadreductie te hebben gerealiseerd, besloot SCA om samen met Involvation te zoeken naar verder potentieel. Opdracht was om integraal te kijken naar het minimaliseren van voorraden en omstelkosten. Geen unieke vraag, maar gegeven de randvoorwaarden toch een complexe puzzel. Een aantal aspecten die belangrijk waren voor de optimalisatie:
Cyclische voorraden worden bepaald door de productiefrequentie; vaker omstellen betekent kleinere batches en dus minder cyclische voorraad. Er gaat echter meer productiecapaciteit verloren aan omstellingen, wat een bovengrens geeft aan de frequenties. Bovendien nemen de variabele omstelkosten (voornamelijk materiaalverlies) uiteraard toe.
Bij het bepalen van de productiefrequenties kan niet worden volstaan met een benadering per artikel, omdat het assortiment van SCA is onderverdeeld in productfamilies. Een omstelling binnen een familie is nl. veel kleiner en goedkoper dan een omstelling tussen twee families. Voor het bepalen van de productiefrequenties is daarom een geavanceerd algoritme gebruikt, dat rekening houdt met deze asymmetrische afhankelijkheden. Zo kan het gebeuren dat een langzaamloper toch frequent kan worden geproduceerd, omdat deze onderdeel is van een hardlopende productfamilie. De voorraadbesparing weegt dan toch op tegen de extra omsteltijd en kosten.
Ten slotte kun je productiefrequenties en veiligheidsvoorraden niet onafhankelijk van elkaar optimaliseren. De productiefrequentie is namelijk van invloed op de voorraadhoogte en daarmee op de servicegraad. Simpel gezegd, met een lage productiefrequentie zal de cyclische voorraad hoog zijn en is er minder behoefte aan veiligheidsvoorraad. Vraagfluctuaties kunnen in dat geval immers ook deels door de cyclische voorraad worden opgevangen.
Met behulp van een simulatiemodel heeft Involvation voor SCA de integrale logistieke kosten en voorraden geoptimaliseerd. Dit model houdt bij de optimalisatie rekening met de bovengenoemde aspecten en hun onderlinge afhankelijkheden. De uitkomst vormt de basis voor een rhythm wheel per productielijn en bijbehorende veiligheidsvoorraden. Ondanks dat SCA al grote besparingen had gerealiseerd, kon op deze manier toch nog een significante reductie worden geïdentificeerd.
Omdat het productie- en planningsproces nu nauwkeurig waren gemodelleerd, was het een relatief eenvoudige stap om ook andere hypotheses te toetsen. De belangrijkste voorbeelden:
De forecast-methodiek die door de landen wordt gebruikt bleek een stevige bias te vertonen; hij is structureel hoger dan de uiteindelijke vraag, waardoor ook de voorraad gemiddeld hoger is dan noodzakelijk. Zeker niet uniek binnen FMCG, maar wel belangrijk om deze bias te reduceren.
Het effect van lagere omstelkosten op de voorraadhoogte kon exact worden bepaald, waarmee ook direct duidelijk wordt hoeveel je b.v. aan een SMED-achtig project mag besteden. Halveren van de omstelkosten bleek een belangrijke randvoorwaarde om de in de strategie bepaalde voorraadhoogtes economisch te kunnen realiseren.
Het effect van assortimentsrationalisatie (bv uitbreiden van talenclusters) bleek veel hoger dan verwacht; met harde cijfers in de hand kan nu een constructieve discussie worden gestart met Marketing.
Een potentieel vervolg ligt nog in de vraag of de gebruikte grondvorm wel optimaal is. Voor de meeste producten ligt de meeste voorraad nu centraal, en wordt in de landen een beperkte decentrale voorraad aangehouden. Omdat zowel de uitwisselbaarheid van producten tussen de landen als de vraagkarakteristieken onderling nogal verschillen, is de hypothese gerechtvaardigd dat door differentiatie van de grondvorm een efficiëntere en eenvoudiger te beheersen keten kan worden gerealiseerd.